Afschrijvingsmethodes
ASW |
= |
Aanschafwaarde |
RW |
= |
Restwaarde |
AFSP |
= |
Afschrijvingspercentage |
TAFS |
= |
Totaal afgeschreven (over vorige jaren) |
LT |
= |
Looptijd in jaren |
Afschrijvingsmethodes
Lineair - vast bedrag/percentage van de aanschafwaarde minus restwaarde
Hier wordt aan de hand van de aanschafwaarde, de verwachte restwaarde en de looptijd (in jaren) de afschrijving bepaald. De afschrijving is voor elk jaar hetzelfde en wel zoveel dat na de looptijd de restwaarde nog overblijft.
Door gebruiker in te voeren: Aanschafwaarde, Restwaarde en Looptijd (in jaren)
Jaarafschrijving = (ASW – RW) / LT
Lineair - vast bedrag/percentage van de aanschafwaarde
Hier wordt aan de hand van de aanschafwaarde en de looptijd (in jaren) de afschrijving bepaald.
Ook hier is voor elk jaar en elke termijn de afschrijving hetzelfde, alleen wordt er (als er een restwaarde is opgegeven) afgeschreven totdat de betreffende restwaarde is bereikt. De laatste termijn zou dus bijvoorbeeld halverwege het laatste jaar kunnen vallen en hoeft ook niet het volledige afschrijvingsbedrag te zijn.
Door gebruiker in te voeren: Aanschafwaarde, Restwaarde en Looptijd (in jaren)
Jaarafschrijving = ASW / LT
Vast percentage (in te voeren) van de boekwaarde
Hier voert de gebruiker zelf een percentage van de boekwaarde in waarmee per jaar moet worden afgeschreven en het aantal jaar dat dit moet gebeuren. Het afschrijvingsbedrag wordt dus elk jaar lager, omdat de boekwaarde lager wordt. Aan het einde van de looptijd blijft er een bedrag (boekwaarde) over, dat is de restwaarde.
Door gebruiker in te voeren: Aanschafwaarde, looptijd (in jaren), afschrijvingspercentage
Jaarafschrijving 1e jaar = (ASW / 100) * AFSP
Jaarafschrijving 2e - LTe jaar = ((ASW – TAFS) / 100) * AFSP
RW na LT = ASW - TAFS
Vast percentage (berekend) van de boekwaarde
Gelijk aan ‘Vast percentage (in te voeren) van de boekwaarde’, maar hier geeft de gebruiker de restwaarde op en wordt het afschrijvingspercentage berekend. Aan het eind van de looptijd komt de boekwaarde overeen met de door de gebruiker opgegeven restwaarde
Door gebruiker in te voeren: Aanschafwaarde, Restwaarde, looptijd (in jaren)
AFSP = (1 – ( (RW/ASW)(1/LT) ) ) * 100
Jaarafschrijving 1e jaar = (ASW / 100) * AFSP
Jaarafschrijving 2e - LTe jaar = ((ASW – TAFS) / 100) * AFSP
Som van de jaarnummers (Sum of the year digits)
Bij deze methode wordt de afschrijving berekend aan de hand van de aanschafwaarde, de restwaarde en de looptijd. Het afschrijvingsbedrag is afhankelijk van het jaar. Elk jaar wordt minder afgeschreven.
Door gebruiker in te voeren: Aanschafwaarde, restwaarde, looptijd (in jaren)
De afschrijving wordt met het volgende voorbeeld duidelijk gemaakt :
ASW |
= |
100.000 |
RW |
= |
10.000 |
LT |
= |
4 jaar |
JR |
= |
Jaarnummer van de afschrijving |
Som van jaren (SVJ) = 4 + 3 + 2 + 1 = 10 (bij 5 jaar zou dat zijn 5 + 4 + 3 + 2 + 1 = 15)
Jaarafschrijving JRe jaar = (((LT+1) - JR) / SVJ) * (ASW - RW)
dus met bovenstaande voorbeeld:
Jaarafschrijving 1e jaar |
= |
(((4+1) - 1) / 10) * (100.000 – 10.000) = (4 / 10) * (90.000) |
= |
36.000 |
Jaarafschrijving 2e jaar |
= |
(3 / 10) * (90.000) |
= |
27.000 |
Jaarafschrijving 3e jaar |
= |
(2 / 10) * (90.000) |
= |
18.000 |
Jaarafschrijving 4e jaar |
= |
(1 / 10) * (90.000) |
= |
9.000 |
Totaal afgeschreven na 4 jaar |
= |
90.000 |
Variabel percentage per jaar van de aanschafwaarde
Bij deze methode kan per jaar een variabel percentage van de aanschafwaarde worden afgeschreven. De gebruiker kan zelf per jaar het betreffende percentage invoeren. Het totaal hoeft geen 100% te zijn (er blijft dan na de looptijd een restwaarde over), maar mag de 100% niet overschrijden. Indien het totaal wel 100% is, dan zorgen dat eventuele afrondingsverschillen in laatste jaar worden verwerkt.
Door gebruiker in te voeren: Aanschafwaarde, looptijd (in jaren), per jaar het afschrijvingspercentage
Variabel percentage per jaar van de boekwaarde
Bij deze methode kan per jaar een variabel percentage van de boekwaarde worden afgeschreven. De gebruiker kan zelf per jaar het betreffende percentage invoeren. Aan het einde van de looptijd kan er een restwaarde overblijven.
Door gebruiker in te voeren: Aanschafwaarde, looptijd (in jaren), per jaar het afschrijvingspercentage
Handmatig
Bij deze methode kan de gebruiker per jaar zelf het af te schrijven bedrag invoeren. Het totaal van de afschrijvingen mag de aanschafwaarde niet overschrijden. Aan het einde van de looptijd kan er eventueel een restwaarde overblijven.
Door gebruiker in te voeren: Aanschafwaarde, looptijd (in jaren), per jaar het afschrijvingsbedrag.