Etiket-layout (vervolg)
18. |
elke layout moet gekoppeld worden aan de database, dus de KING ERP-administratie. Ga naar menu Rapport en klik op Database…. Je krijgt dan een venster te zien met een aantal gegevensgroepen. In de keuzelijst klik je op Etiketgegevens. Daarna klik je op Akkoord; |
|
19. |
nu kun je gaan instellen welke gegevens afgedrukt moeten worden en waar die afgedrukt moeten worden. In het layout-programma worden die gegevens componenten genoemd. Boven de blokken zie je de werkbalken met de beschikbare componenten. Links de werkbalk met de standaard-componenten:
|
|
20. |
De componenten in deze werkbalk zijn bestemd voor vaste gegevens: dus gegevens die op elke pagina, elk etiket, enz. hetzelfde zijn. Voorbeelden hiervan zijn je eigen adresgegevens, het logo van je bedrijf, enz. Voor meer informatie over deze werkbalk kun je terecht bij Werkbalk standaardcomponenten. Voor de etiket-layout is een andere groep componenten belangrijker. Je vindt die in de werkbalk met de database-componenten:
Deze componenten zijn bestemd voor gegevens die uit de King-administratie komen (dus uit de database). Bijvoorbeeld de adressen van debiteuren, de regels van een order, enz. De volgende twee componenten zijn voor de etiket-layout het belangrijkst: |
|
|
|
|
|
|
|
21. |
In dit voorbeeld moeten op het etiket adressen worden afgedrukt. Het is dan het gemakkelijkst om hiervoor het naw-blok te gebruiken. Omdat dat een tekst is die uit meerdere regels bestaat, klik je op de knop DBMemoveld
|