Standaardcomponenten: Systeemvariabelen
Toepassing
Klik in de werkbalk met de standaardcomponenten op de knop
om een Systeemvariabele te in de layout op te nemen. Een Systeemvariabele is een variabele die niet in de KING ERP-administratie staat, bijvoorbeeld het paginanummer of de datum en tijd.
Inhoud wijzigen
Klik op de systeemvariabele-component. In de werkbalk Inhoud muteren kun je dan de gewenste variabele selecteren:
-
Datum, de systeemdatum;
-
Datum/Tijd, de systeemdatum en –tijd;
-
Documentnaam, de documentnaam. Bij de KING ERP-rapporten is de documentnaam altijd Report;
-
Afdrukdatum/-tijd, de datum en tijd waarop het document is afgedrukt;
-
PaginaTeller, het totale aantal pagina’s;
-
PaginaSet, dat is de tekst ‘1 van 7’, waarbij ‘1’ het paginanummer is en ‘7’ het totale aantal pagina’s;
-
PaginaSetLang, als PaginaSet, maar dan met de tekst ‘Pagina ’ ervoor;
-
PaginaNr, het paginanummer;
-
PaginaNrLang, het paginanummer met de tekst ‘Pagina ’ ervoor;
-
Tijd, de systeemtijd.
Instellingen
Klik met de rechtermuisknop op de component om de eigenschappen ervan in te stellen:
- Niveau hoger/lager
- Automatische grootte
- Weergave...
- Positie…
- Bij overloop nogmaals afdrukken
- Transparant
- Zichtbaar
- Terugloop
Het formaat van de inhoud stel je in via de werkbalk Formaat.
Met de knop Verschuiven met kun je de component mee laten schuiven met zijn parent.
Via de knop Randen kun je de component van een rand voorzien. De dikte, stijl en kleur van de rand stel je in in de werkbalk Tekenen.
Naar Werkbalk standaardcomponenten