Pagina-instelling
Bestand > Pagina-instelling…

De pagina-instelling van de layout kun je vastleggen door in menu Bestand voor Pagina-instelling te kiezen.

NB. Kies bij Rapport - Eenheden om eventueel een andere eenheid voor de gebruikte maten/afstanden toe te passen. Kies daar voor bijv. millimeters of inches.

 

De verschillende invoerrubrieken zijn verdeeld over de volgende tabkaarten:

Printer

Je kunt hier o.a. instellen:

• Printer, de printer die voor dit document moet worden gebruikt.
  NB. Default is de standaardprinter van Windows.

• Documentnaam, bij de King5-rapporten is de documentnaam altijd Report.

• Exemplaren, het aantal exemplaren dat per afdrukopdracht moet worden afgedrukt.

  • Als je van een factuur meerdere exemplaren wilt afdrukken, kun je dat beter niet hier instellen, maar per debiteur (in tabkaart Ordergegevens).

  • Als je de extra exemplaren van een document op een andere printer of printerlade wilt afdrukken, dan kun je dat instellen in de Administratiegegevens.

• Sorteren, als je van dit document meer exemplaren afdrukt, en eerst de ene kopie in zijn geheel wilt afdrukken, dan moet het selectievakje Sorteren aangevinkt zijn. Zo niet, dan wordt iedere pagina eerst meerdere malen afgedrukt.

• Dubbelzijdig, je hebt hier de keuze uit Geen (enkelzijdig), Horizontaal (dubbelzijdig, over lange zijde spiegelen, zoals een boek), Verticaal (dubbelzijdig, over korte zijde spiegelen, zoals een schrijfblok) en Default (de instelling van de printer wordt gebruikt).

  De pagina-instelling van de layout overschrijft de printerinstelling (tenzij je Default kiest).

• Kopieprinter exemplaren, je kunt hier het extra aantal exemplaren ingeven die je als kopie wilt afdrukken op de kopieprinter.
  Kijk voor info Kopieprinter bij de Algemene administratiegegevens.

Papierformaat

• Papierformaat, hier kun je een standaard formaat kiezen.

• Breedte, voor een afwijkende breedte.

• Hoogte, voor een afwijkende hoogte.

• Afdrukstand, je kunt ingeven of je het rapport staand of liggend wilt afdrukken.

Papierinvoer

De te gebruiken papierlade, voor deze layout, geef je hier op.

Indien je voor de overige pagina's van het document een andere papierlade hebt, kun je daarvoor kiezen (bijv. bij voorbedrukt papier).

Opmaak

• Kolommen, je geeft het aantal kolommen in, denk aan bijv. een etiket-layout.

• Kolombreedte, bepaalt de standaard kolom breedte.

• Kolomposities, stel per kolom de positie in.

• Kolom doorkruisen, kies voor de wijze van volgorde 'Bovenkant naar onderkant' of 'Links naar rechts'.

• Kolommen even breed maken, vink aan indien je de kolommen gelijke breedtes wilt geven.

• Rij-afstand, je bepaalt hiermee de regel-afstand.

Marges

Boven, Onder, Links, Rechts, geef de marges van de pagina hier op.

Marges spiegelen, als je bij dubbelzijdig printen de achterkant van een vel papier niet dezelfde marges wilt geven als de voorkant (bijv. i.v.m. inbinden van het document), kies je ervoor om de marges te spiegelen.

 

Klik op Akkoord om de wijzigingen op te slaan en het venster te verlaten.

 

Zie ook