Relaties: Afdrukken etiketten
Relaties > Afdrukken relaties > Afdrukken etiketten relaties
Van je debiteuren, crediteuren en andere relaties kun je één of meer etiketten afdrukken. De etiket-layout is vrij instelbaar.
Afdrukinstelling
Je kunt eventueel gebruik maken van een afdrukinstelling.
De laatst gebruikte instelling wordt dan automatisch opgeslagen onder volgnummer 000.
Je kunt ook zelf een afdrukinstelling toevoegen of wijzigen via de knop Instellingen.
Layout-soort
Geef hier aan welke layout voor de afdruk gebruikt moet worden. Bij het afdrukken van een relatiebestand kun je ook de etiket-layouts gebruiken die voor andere relatiebestanden gemaakt zijn, alleen moet je er in dat geval wel rekening mee houden, dat in zo’n layout andere vrije rubrieken kunnen staan dan in het relatiebestand. Klik op de knop Muteren layouts om een layout toe te voegen, te wijzigen of te verwijderen.
NAW-bestand
Vul hier het volgnummer van het relatiebestand in (inclusief voorloopnullen).
Selectie
Maak het vakje leeg, als je een afdruk wilt maken van alle gegevens. Wil je niet alle gegevens afdrukken, dan moet je dit vakje selecteren. In dat geval moet je bij Selecteren op aangeven op basis waarvan je de selectie wilt maken, en bij 'Van - T/m' de 'range' aangeven van de af te drukken gegevens. Zie bij Afdrukvenster voor enkele voorbeelden. Bij afdrukken relaties moet je het NAW-bestand invullen voordat je een selectie kunt maken.
Selecties van
Selecties
Als je wilt selecteren/deselecteren op basis van selectiecodes, dan moet je in de rubriek Selecties van aangeven, wie er aan de selectiecriteria moet voldoen: de ‘hoofd-naw’ en/of de bijbehorende contactpersonen:
-
NAW, hierbij kijkt het programma alleen naar de selectiecodes, die bij de ‘hoofd-naw’ (dus de debiteur, crediteur of andere relatie) zijn ingevuld. De selectiecodes van de bijbehorende contactpersonen blijven hier dus buiten beschouwing;
-
Contactpersonen, hierbij kijkt het programma alleen naar de selectiecodes, die bij de contactpersonen zijn ingevuld. Druk je geen contactpersonen af (zie bij Etiketten van), dan wordt de debiteur/crediteur/relatie afgedrukt, als één of meer van de contactpersonen aan de selectiecriteria voldoet;
-
NAW en/of contactpersonen, bij deze keuze kijkt het programma naar de selectiecodes van de ‘hoofd-naw’ en/of naar die van de contactpersonen.
Bij Selecties geef je aan welke selectie gebruikt moet worden. Je kunt hier ook een nieuwe selectie aanmaken (zie ook bij Aanmaken van de juiste selectie(s)).
Etiketten van
Geef hier aan of je ook de contactpersoon op het etiket wilt afdrukken, en zo ja, welke. Je hebt hier de keuze uit:
-
alleen de voorkeur-contactpersoon van de opgegeven functie (zie de volgende rubriek)
-
alle contactpersonen van de opgegeven functie;
-
alle contactpersonen van de opgegeven functie die binnen de selectie vallen (alleen als er een Selectie is ingevuld);
-
alle contactpersonen die binnen de selectie vallen (alleen als er een Selectie is ingevuld);
-
alle contactpersonen.
Welke etiketten worden afgedrukt is niet alleen afhankelijk van je keuze in deze rubriek, maar ook van je keuze in rubriek Af te drukken adres. Klik op Wat wordt wanneer afgedrukt? voor een overzicht van de mogelijkheden.
Contactpersoonfunctie
Als je in de vorige rubriek gekozen hebt voor het afdrukken van een contactpersoon, dan moet je hier de betreffende contactpersoonfunctie selecteren. Bij debiteuren/crediteuren/relaties zonder contactpersonen wordt in het adres de standaard-omschrijving van de gekozen contactpersoonfunctie afgedrukt (die is vastgelegd in programma Contactpersoonfuncties); vandaar dat je ook een contactpersoonfunctie moet invullen als je gekozen hebt voor ‘Met alle contactpersonen’. In de verzendadressen wordt deze standaard-omschrijving alleen afgedrukt, als het veld Functie omschrijving in de etiket-layout is opgenomen.
Af te drukken adres
Je hebt de keuze uit het vestigingsadres of het correspondentie-adres, met of zonder de verzendadressen.
Welke etiketten worden afgedrukt is niet alleen afhankelijk van je keuze in deze rubriek, maar ook van je keuze in rubriek Etiketten van. Klik op Wat wordt wanneer afgedrukt? voor een overzicht van de mogelijkheden.
Aantal afdrukken per etiket
Het aantal exemplaren dat van elk etiket moet worden afgedrukt.
Sorteren op
Je hebt hier de keuze uit Oplopend en Aflopend. Bij Oplopend wordt de kleinste waarde het eerste afgedrukt en de grootste het laatste, bij Aflopend is dit andersom.
Printer selecteren
Selecteer dit vakje, als je voor deze afdruk een andere printer wilt selecteren dan de default-printer. De default-printer is de printer die aan de gekozen layout gekoppeld is. Als er aan deze layout geen printer gekoppeld is, dan is de default-printer de default-Windows-printer. Laat je dit vakje leeg, dan worden de documenten op de default-printer afgedrukt.
Knoppen
In het venster vind je de volgende knoppen:
-
Instellingen, via deze knop kun je de gekozen afdrukinstelling van dit venster opslaan: met Opslaan kun je de geselecteerde afdrukinstelling wijzigen; met Opslaan nieuw wordt een nieuwe afdrukinstelling toegevoegd;
-
Voorbeeld, je krijgt een voorbeeld-afdruk op het scherm, waarna je alsnog de afdruk kunt maken. In deze voorbeeld-afdruk kun je zoeken op tekst;
-
Bestand..., met deze knop kun je de afdruk opslaan als bestand. Venster Uitvoer naar bestand wordt geopend, waar je het afdrukformaat en de bestandsnaam kunt opgeven;
-
Afdrukken, het rapport wordt naar de printer verzonden;
-
Sluiten, het venster wordt gesloten zonder af te drukken. Als je tijdens het afdrukken op Sluiten klikt, wordt het afdrukken afgebroken.